Historie van de Waterlinie

Water als bondgenoot

Ver weg van de drukte, middenin het Hollandse waterlandschap, diep verscholen in de natuur duiken ze plots voor je op als je een polderweggetje inslaat: de forten van De Hollandse Waterlinies. Robuuste locaties in een lint tussen Edam en de Biesbosch, verbonden door wandel-, fiets- en vaarroutes die een gemeenschappelijk verleden hebben. Natuur, cultuur en geschiedenis, voor iedereen nabij. Met elkaar vertellen ze je een oer-Hollands verhaal over verdediging met water als bondgenoot. Een verhaal dat goed bewaard is gebleven en dat je steeds weer op een eigen manier kunt ontdekken en beleven. 

Al meer dan twee eeuwen zijn de Hollandse Waterlinies een voorbeeld van Nederlands vernuft op het gebied van watermanagement, militaire architectuur en landschapsplanning. Een ensemble van verdedigingswerken die met elkaar een lint van 200 kilometer vormen van ruim honderd forten en vijf vestingsteden. Verbonden door ruim duizend militaire en waterbouwkundige objecten: inundatiekanalen, sluizen, dijken en kaden, forten en andere militaire bouwwerken.

In de groene zone langs de forten kun je het linielandschap met een grote diversiteit aan kenmerken volop ervaren. Ook de forten in dat landschap hebben hun historische waarde behouden. Zodra je zo’n fort bezoekt loop je de tastbare geschiedenis binnen en is er van alles te beleven.

De Hollandse Waterlinies is de optelsom van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. De eerste is het grootste Rijksmonument van Nederland, de tweede is al sinds 1996 door de Unesco erkend als uniek en van groot belang om te behouden. Naar verwachting zal in 2019 de gehele Nederlandse Waterlinie bestempeld worden als Unesco Werelderfgoed. En terecht. Want nergens ter wereld vind je zo’n groot gebied waarin water ooit als bondgenoot fungeerde.

Rampjaar 1672

De Nederlanders zetten al sinds de middeleeuwen het water naar hun hand. In eerste instantie om het land geschikt te maken voor landbouw en bewoning. Maar daarnaast werd deze expertise op het gebied van waterbeheersing ingezet als militaire verdedigingsstrategie. Al in de 16e eeuw was er sprake van een waterlinie in Noord-Brabant en ook een in Friesland en een deel van Groningen.

In het rampjaar 1672 werd een brede strook land tussen Muiden, via Woerden naar Gorinchem onder water gezet om de oprukken de Fransen op afstand te houden. Zo ontstond de Oude Hollandse Waterlinie. De stad Utrecht lag hier buiten omdat de stad al was ingenomen door de Fransen. Door de strenge vorst konden de Fransen toch door deze Oude Hollandse Waterlinie heen breken.

Generaal Krayenhof

De grote bedenker van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is generaal Krayenhof. Het besluit tot de aanleg van de vernieuwde waterlinie werd in het voorjaar van 1815 genomen door Koning Willem I. Deze waterlinie heet ‘nieuw’ omdat het een verbetering is van de Oude Hollandse Waterlinie uit 1672. Met de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd ook de stad Utrecht beschermt. Delen van de Oude Hollandse Waterlinie zijn onderdeel geworden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In het noorden zijn dit de vestingen Naarden, Weesp en Muiden met het Muiderslot. In het zuiden is dit de vesting driehoek met de vestingen Gorinchem, Woudrichem en Slot Loevenstein. De militaire en waterstaatkundige werken voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn het grootste en duurste infrastructurele project dat ooit in Nederland is uitgevoerd. In 1880 volgde de uitbreiding met de Stelling van Amsterdam. De Stelling werd ook wel het nationale reduit genoemd. In tijden van nood, als de Nieuwe Hollandse Waterlinie zou vallen, konden het koningshuis, het nationale leger en een deel van de burgerbevolking zich achter de Stelling in de hoofdstad terugtrekken

Mobilisaties

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is drie keer in gereedheid gebracht. De eerste keer was tijdens de Frans-Duitse Oorlog in 1870. De tweede keer was tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918. De laatste mobilisatie was in 1939-1940 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

Inundatie zinloos
In 1939-1940 maakten Nederlandse strijdkrachten de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam klaar voor snelle inundatie, als antwoord op de dreiging uit nazi-Duitsland. Helaas bleken de bommenwerpers eenvoudigweg over de waterlinie heen te vliegen. Inundatie was zinloos geworden. Toch hebben de Duitsers in februari 1944 grote delen onder water gezet in een poging de geallieerden tegen te houden.

Nieuwe betekenis
Na de bevrijding door geallieerden in 1945 werd het systeem niet meer onderhouden, tot het in 1963 definitief zijn militaire functie verloor. Midden jaren negentig werd de cultuurhistorische betekenis van de linies herontdekt. De Nieuwe Hollandse Waterlinie kreeg de status van nationaal project, en de Stelling van Amsterdam werd UNESCO Werelderfgoed.